In de meting van dit jaar met de Hoopbarometer hebben we gefocust op weerbaarheid en brede welvaart. Een aantal bevindingen vallen op. Allereerst zien we dat Nederlanders relatief hoopvol zijn, met een score van 6,3, vergelijkbaar met de score in 2020.
Er is wel een schommeling te zien als we kijken naar verwachtingen en vertrouwen. Waar we na het uitbreken van de covid-19 pandemie vorig jaar een grote afname zagen in verwachtingen, alsook een flinke toename in vertrouwen, zijn deze verschillen ruim ingelopen. Op dit moment hebben Nederlanders zelfs positievere verwachtingen en minder vertrouwen dan in 2019, vóór de aanvang van de pandemie.
Wanneer we kijken naar verwachtingen, zien we dat Nederlanders vooral positief zijn over de economie, maar juist negatiever zijn geworden over andere zaken die vallen onder brede welvaart, zoals de gezondheidszorg, veiligheid en het klimaat. Het vertrouwen in anderen en in maatschappelijke instituten is over de hele linie gedaald, hoewel we de grootste daling zien voor vertrouwen in de nationale overheid en in politieke partijen.
Een positieve relatie tussen hoop en weerbaarheid valt op te maken uit de grote verschillen in weerbaarheid tussen mensen die voldoende of onvoldoende scoren op de hoopindex. Hoewel Nederlanders over het algemeen aangeven vrij weerbaar te zijn, is er ook een aanzienlijke groep die niet altijd het gevoel heeft goed om te kunnen gaan met tegenslagen. Vaak gaat dit gevoel samen met een lage score op hoop.
Voor het komend jaar zien we dat mensen vooral hoop hebben voor een gezond en gelukkig leven, hoewel er duidelijke verschillen zijn tussen groepen Nederlanders. Al met al kunnen we stellen dat Nederlanders zich weerbaar en hoopvol tonen, maar dat er ook ruimte is om hierin te groeien.
